Op maandag 19 december raast de Dood in een pikzwarte karos, geladen met 25 ton bouwstaal, met duizelingwekkende vaart over de kerstmarkt op de Breitscheidplatz in Berlijn, vlakbij de Kaier-Wilhem-Gedächtniskirche. Hij sleurt twaalf argeloze burgers mee, de een met een curryworst in de hand, de ander een glas Glühwein. De chauffeur ontkomt. Vooraf had hij met de Scania R 450 nog een rondje om de markt gereden, chattend met geloofsgenoten in Berlijn en het Ruhrgebied. Hij appte een selfie vanuit de cabine, en schreef: ‘Mijn broeder, alles is in orde, als God het wil. Ik ben nu in de auto. Bid voor mij, broeder, bid voor mij.’ Kort voor acht uur rijdt hij vanaf de Hardenbergerstrasse het marktplein op, tussen de kraampjes door en midden in de mensenmassa. Na zeventig tot tachtig meter eindigt de dodenrit dankzij het remsysteem dat door de boordcomputer automatisch in werking wordt gesteld. Getuigen zeggen dat dit vele levens heeft gered. De dader zou volgens ooggetuigen uit de cabine zijn gesprongen en naar het nabij gelegen stadspark Tiergarten gerend. Daar werd een Pakistaanse asielzoeker gearresteerd, die later niets met de aanslag te maken bleek te hebben, maar wel door de politie in elkaar geslagen was. De ware Engels des Doods kwam op 23 december aan zijn eind, midden in de nacht, op een plein in Milaan. Twee weken later ligt de Breitscheidplatz erbij alsof er niets gebeurd is. Er zijn drie herdenkingsplekken met bloemen. Voorbijgangers staan even stil, een enkeling maakt een foto. Een stel vereeuwigt zichzelf staande met de rug naar het plein met behulp van een selfiestick. Berlijn gaat over tot de orde van de dag, alsof het wel erger heeft meegemaakt.
Geef een reactie