Vorige week woensdag overleed de Amerikaanse gitarist Tommy Allsup aan complicaties bij een hernia-operatie. Hij was 85. Bijna was hij 57 jaar geleden al aan zijn eind gekomen, maar een muntstuk besliste dat er voor hem geen plaats was in het vliegtuigje waarin Buddy Holly, Ritchie Valens en The Big Bopper dodelijk zouden verongelukken, op 3 februari 1957, de sterfdag van de muziek. Tommy Allsup en Ritchie Valens hadden kop of munt gedaan wie mee mocht in het vliegtuig, en wie met de bus naar het volgende optreden moest. Volgens zijn zoon heeft Allsup het verlies van die loterij altijd als een zegen beschouwd en was hij vereerd dat hij betrokken was bij zo’n historisch moment in de muziekgeschiedenis. Nóg een toevallig niet-meevliegend lid van Buddy Holly’s begeleidingsband was bassist Waylon Jennings, die later een van de iconen van de alternatieve countrymuziek uit Texas zou worden. Ook Tommy Allsup bleef na de dood van Buddy Holly optreden en platen maken. Hij was tevens producer, bijvoorbeeld van Willie Nelson en Asleep At The Wheel. Vorig jaar nog was hij op tournee in Europa.
Zie ook: Sterfdag van de muziek
Geef een reactie