Al vanaf zijn vijftiende trad gitarist Merle Watson (8 februari 1949) op samen met zijn blinde vader Doc Watson. Op 23 oktober 1985 sloeg het noodlot toe. Tijdens een nachtelijke timmerklus (Merle kon niet in slaap komen), thuis in de schuur, schoot er een groot, scherp stuk hardhout van de zaag en boorde zich in de bovenarm van de gitarist. Hij greep zijn jack, zocht in de zakken naar de contactsleutel van de tractor en reed weg op zoek naar hulp. In een huis op een heuvel verderop brandde nog licht. Met hulp van de bewoners lukte het Merle de enorme splinter te verwijderen. De wond werd verbonden. Merle kon terug naar huis, hoewel nog dizzy van de schrik en het bloedverlies. Op een steil stuk weg blokkeerden de remmen van de tractor, die van het talud rolde. Merle vloog eraf. De tractor viel boven op hem. Hij was op slag dood. Zijn vader Doc ging niet bij de pakken neerzitten en speelde nog door tot zijn dood in 2012, op bijna negentigjarige leeftijd. Ter nagedachtenis aan Merle werd in 1988 het MerleFest in het leven geroepen, waar jaarlijks de crème de la crème van de traditionele folk en bluegrass acte de présence geeft. Hieronder een magnifiek optreden uit begin jaren negentig van Mark O’Connor (fiddle), Tony Rice (gitaar), Jerry Douglas (dobro), Sam Bush (mandoline), Mark Schatz (bas) en Béla Fleck (banjo). In april dit jaar vindt MerleFest plaats in Wilkesboro, North-Carolina. Onder zeer veel anderen zijn ook dit jaar Jerry Douglas en Sam Bush van de partij.
Geef een reactie