Ry Cooder is niet alleen een begenadigd gitarist, zanger en componist, hij kan ook verhalen schrijven. Bij City Lights Bookstore in San Francisco verscheen Los Angeles Stories. Acht verhalen, spelend in de jaren veertig en vijftig – de periode waar ook Cooders muziek vaak op geïnspireerd is. Net als op veel van zijn platen gaat het in deze verhalen over het kleine leven aan de rand van de samenleving. Kruimeldieven, advertentieverkopers, jazzmuzikanten, armoedzaaiers, pooiers, helers, huurmoordenaars en cool cats die niets beters te doen hebben dan rondhangen op straat. In Who do you know that I don’t wordt zanger Johnny “The Ace of Spades” Mumford dood aangetroffen in zijn kleedkamer. Zelfmoord, is de conclusie van de politie, maar zijn kleermaker Ray Montalvo, bij wie Mumford vlak daarvoor twee dure maatpakken had besteld, gelooft er niks van. Om achter de ware toedracht te komen, schakelt Montalvo samen met zijn vrienden Kiko en Smiley een paragnost in. Tijdens een scéance lukt het in contact te komen met de geest van Johnny Mumford. Men mag vragen stellen.
Smiley’s hand shot up like he was in school. “Chonny! Wait! En heaven, what kine of car does Jesus drive?” Johnny replied with a chuckle. “Well, partner, soon as we get up here, we take an oath not to tell. It’d be unfair to the competition. But I’ll say this, it’s low and slow, and it’s all dolled up! Lots of lights and mirrors and trick stuff on the inside. The Lord looks goood when he comes cruisin’ by! That’s all I got for you, my telephone is ringin’.”
Dat werk.
Geef een reactie