Opnieuw zijn er Russen te zien in het Drents Museum. Nu gaat het om de ‘peredvizhniki’, de ‘zwervers’, uit het eind van de negentiende eeuw. Schilders als Repin, Serov, Makovsky en Kuindzhi waren de voorschriften en keurslijven van het gezag zat en maakten wat ze zelf mooi vonden, en dat was niet per se datgene wat het regime behaagde. Ze toonden het leven van het gewone volk, in zijn armoede manhaftig pogend nog wat van het leven te maken. Met hun rondreizende exposities trokken de ‘zwervers’ in Rusland veel bekijks. En nu zijn ze dan neergestreken in Assen. Meest prominent is het beroemde ‘De wolgaslepers’ van Ilya Repin, vaak de Russische Nachtwacht genoemd, hoewel de inhoudelijke overeenkomst ophoudt bij het afbeelden van een groep mannen. De afgestompte sukkels van Repin lijken in niets op de pronte schutters van Rembrandt. De expositie in Assen is uiteraard een ‘schilderijententoonstelling’ (en wát voor schilderijen!), maar misschien nog wel meer een geschiedenisles. En dan niet de geschiedenis van de groten der aarde, maar die van de gewone Russen, ploeterend op het land, stervend in bed, spelend op straat, genietend van de ondergaande zon, luisterend naar oude verhalen, afscheid nemend van hun geliefden die vrijwel zeker hun leven zullen laten op het slagveld. Peredvizhniki – Russisch realisme rond Repin 1870-1900 is nog te zien tot en met 2 april 2017.
Zie ook: Alwéér Malevich, Kortstondig wonder en Het mooie van sport.
Geef een reactie