Haast elke dag schrijft oud-Hengeloër Wim Boevink een zeer leesbaar ‘Klein Verslag’ in Trouw. Het gaat over van alles wat hem voor de pen komt. Gisteren schreef hij over keizerin Helena, de moeder van keizer Constantijn de Grote, die zich in het begin van de vierde eeuw tot het christendom bekeerde. Zijn moeder, Helena dus, was al eerder zover. Zij wordt zowel door de rooms-katholieken als de Grieks-orthodoxen vereerd, vooral ook omdat ze op hoge leeftijd in Palestina de hand wist te leggen op het kruis van Christus. Haar stoffelijke resten worden bewaard in de Venetiaanse San Marco-basiliek, maar vorige waren ze even op reis naar Athene, waar ze in een glazen kist, aanschouwd en aanbeden door tienduizenden gelovigen, door de straten werden gedragen. Affijn, lees het Klein Verslag er maar even op na. Boevink besluit met een herkenbare gewaarwording over de Byzantijnse erfenis van het moderne Griekenland: “Iets daarin roerde me, in die stokoude kerkjes, volgeschilderd met heiligen en martelaren, en in die onveranderde rituelen. En met nieuwe verwondering kijk ik naar dat onthaal en de devotie voor zo’n plechtig rondgedragen glazen kist die aan die van Sneeuwwitje doet denken.”
Geef een reactie