Wie weet was het wel gewoon de pracht van het woord vlaggenfabriek die H.H. ter Balkt aanzette tot het schrijven van dit gedicht. Je hoort het flapperen van de vlaggen in dat onregelmatige hinkstapmetrum: vlággenfabríek. De bijna-alliteratie van vla en fab. Het vlagende van de vlaggen en het industriële op en neer van de stikmachine in de fabriek. De vlaggennaaier spreekt welbespraakt zijn ingenomenheid uit met zijn werk – schoon, goed betaald, marsmuziek op de radio, de innigheid met de tevreden ratelende stikmachine, de knikkebollende tl-buis; en verklaart de liefde aan zijn product – smetteloos zijn de strakke banen, heldere kleuren in strenge rechthoeken geordend. Hij kan er haast geen afstand van doen – jammer ze prijs te geven aan de regen en het stof. Zonde eigenlijk, dat de vlaggen tegenwoordig boven koudbloedige landstreken waaien. Nee, dan vroeger. Toen was de verfstof van donkerrood bloed, waarmee drakentongen werden geschilderd, en moordzuchtige adelaarssnavels.
Foto: Conal Gallagher
Vlaggenfabriek
‘Soms schijnen zij mij vleermuis-
vleugels, omgekeerd hangend
in een sombere winterse halfslaap
aan een toren die nu vol ligt met steenkool
Maar het werk is schoon en betaalt goed
En smetteloos zijn de strakke banen
Ja, in onze vlaggenfabriek
ratelt tevreden de stikmachine
Als de radio marsmuziek speelt
verdubbelt de innigheid van de machine
Hij snort als een ingelukkige kater
die van vinkevleugeltjes droomt
Helderder kleuren vind je in geen museum!
Smaragdgroen, kobaltblauw en vermiljoen
in strenge rechthoeken geordend
en straks wapperend in de wind
Soms denk ik dat het jammer is
ze prijs te geven aan de verwoesting,
aan de regen en ‘t rondvliegend stof
dat de ochtend in schemer verandert
De vroegere verfstof van vlaggen
was donkerrood bloed, ketels vol,
om drakentongen te schilderen
en moordzuchtige adelaarssnavels
Nu waait boven koudbloedige landstreken
de vlag met leeuwen, doodstil brullend
en boven landen dampig van moerassen
klapperen vlaggen met een veelvoud aan sterren
Boven mijn hoofd knikkebolt de tl-buis
en hogerop spreidt een dundoek van stof
Vlaggen zijn de hanenkam van de wetten
en de stikmachine stikt hun triomf’
In: H.H. ter Balkt, Hee hoor mij ho simultaan op de brandtorens, Verzamelde gedichten, p. 741. Eerder verschenen in De Revisor, jaargang 8 (1981) en in Hemellichten (1983).
Geef een reactie