Een onbekommerde, opgetogen koraalbewerking deze keer, in het onvolprezen All Of Bach-project. In zijn tijd was Bach misschien wel befaamder als organist dan als componist. Dit werk, geschreven ergens tussen 1703 en 1709 (Bach was achter in de twintig) moet hem dierbaar geweest zijn, want hij heeft zijn leven lang een nette kopie van het handschrift bewaard. “De jeugdige uitbundigheid,” schrijft Bachbiograaf Christoph Wolff, “grenst hier en daar aan de overdrijving.” ‘Vooral de wulpse ‘coda’ in de slotmaten zal menigeen in het verkeerde keelgat zijn geschoten,’ lezen we in de zoals altijd zeer informatieve toelichting op All Of Bach. Dat kan ons vandaag de dag weinig schelen. In het oorspronkelijke koraal wordt de morgenster (niet Venus, maar in overdrachtelijke zin Jezus Christus) juichend bezongen. We lezen verder: “De prachtige, optimistische tekst wordt treffend gematcht door de muziek, die van begin tot eind het orgel in de hogere regionen laat jubelen. Zodanig, dat van de oorspronkelijke melodie, die in lange noten eerst bovenin en daarna in het pedaal klinkt, weinig te ontwaren valt.”
Geef een reactie