Eigenlijk is zijn levenspartner Gillian Welch de legendarische grootheid, maar aangezien die het de laatste jaren nogal laat afweten wat betreft het uitbrengen van nieuwe muziek, mogen we onze handen dichtknijpen met het werk van haar begeleider Dave Rawlings. Vorige week kwam hij voor de dag met zijn derde soloalbum, Poor David’s Almanack, waarop gelukkig ook Gillian prominent aanwezig is – soms als leadzangeres, dan weer als tweede stem of op de achtergrond. De muziekalmanak van de arme David staat vol met prachtige traditionele, maar voor een deel splinternieuwe Amerikaanse plattelandsmuziek, bijvoorbeeld over de vrouw die door haar man met alle plezier wordt meegegeven aan de duivel, maar in de hel zó tekeergaat dat de duivel haar per kerende post terug naar huis stuurt; of over Lindsey Button die lang, lang geleden twee namen in de schors van een witte eik kerfde, maar niemand weet meer van wie; of over Daniel die afscheid neemt van zijn moeder om aan de andere kant van de duivelse Cumberland Gap, in Kentucky, zijn geluk te beproeven en er net als zijn broer John een knap Cherokee-meisje aan de haak te slaan. Dat allemaal fantastisch omrankt door Rawlings magische getokkel op zijn oude Epiphone gitaartje uit 1935, dat hij ooit toevallig op de zolder van een vriend onder het stof vandaan trok.
Geef een reactie