Vijf weken geleden ging het over de Amerikaanse klifzwaluw, die zich in een paar decennia spectaculair had aangepast aan de hogere snelheden van auto’s op de snelwegen. Zijn vleugel werd een paar millimeter korter, waardoor hij wendbaarder werd, en daardoor beter in staat het razende verkeer te ontwijken. Gisteren schreef Trouw over een soortgelijke evolutionaire flitsadaptatie. Britse koolmezen blijken een langere snavel te hebben dan die in Nederland. Het ligt aan de Britten. Die zijn – veel meer dan wij – gewend een speciaal soort voederbakjes in hun achtertuinen neer te zetten. Het gaat dan niet om vogelhuisjes, voederplankjes of vetbollen – die hebben wij ook wel. Het betreft hier een plastic buis of ‘voedersilo’, met alleen een gat voor de vogelsnavel. Koolmezen die genetisch uitgerust zijn met een langere snavel kunnen beter overweg met die Britse voederbuizen en krijgen dus langzamerhand de overhand boven hun wat meer kortbesnavelde soortgenoten. Zo groeit de gemiddelde snavellengte van de Britse koolmees, vergeleken met die van onze eigen koolmezen. Opnieuw: de evolutie, die weet wat.
Zie ook: De evolutie, die weet wat en Snelle evolutie in de achtertuin: bijgevoerde koolmees krijgt langere snavel
Geef een reactie