Op 15 april 2016 stond op deze plek het volgende bericht. “Een uiterst intrigerende overlijdensadvertentie in de krant vandaag. Wim Aerts uit Odiliënberg is dood. Zeventig is hij geworden. De advertentie zegt dat het leven afscheid van hem heeft genomen. De vraag is dan wat het leven tot deze drastische stap heeft aangezet. Wat had Wim het leven misdaan? De oplossing ligt misschien in het mysterieuze ‘geheimschrijver’. Wim was geheimschrijver. Wat dat precies is, moet natuurlijk geheim blijven. Was hij in het geheim een schrijver, en wilde hij niet dat iemand dat te weten kwam? Of was hij een schrijver van geheimen, waarvan het natuurlijk ook niet de bedoeling was dat iemand dat te weten kwam, aangezien het dan immers niet meer geheim zou zijn, en dan was Wim Aerts een geheimschrijver van niks. Van Dale durft niettemin een tipje van de sluier op te lichten: “Persoon belast met de geheime of bijzondere briefwisseling van vorsten, staatscolleges enz.” Oei, welke geheimen over welke vorst neemt Wim mee in zijn graf? Werd er in Wassenaar een koninklijke zucht van verlichting geslaakt, bij het kennisnemen van Wims overlijden? Wist hij te veel? Mogen we een stapje verder gaan, en ons afvragen of een lakei of kamenier ‘het leven’ misschien een handje geholpen heeft bij het ‘afscheid nemen’ van Wim? Waarom heeft de crematie al in stilte plaatsgevonden? Waarom geen bezoek aan huis? Wat wordt hier verzwegen?” Een half jaar later maakte Ron Toekook het raadsel alleen maar groter met deze reactie: “M’n vroegere buurman. Wel een goede titel voor ‘m…”. Kennelijk weet Ron meer, maar wàt? Waarom is geheimschrijver volgens Ron een goede titel voor zijn vroegere buurman? Stopte Aerts ‘s avonds anonieme briefjes in de buurtbrievenbussen, met roddels en insinuaties die verder niemand iets aangingen? Vandaag kwam een nieuwe reactie binnen. Deze keer van Bert Rombouts (hartelijk dank): “Ach, Wim, mijn klasgenoot op de dorps-hbs in Blerick begin jaren ’60. We renden en fietsten om het hardst, met meestal een ex aequo als resultaat. Toen ik in het jaar 2000 remigreerde en hem in Sint Odiliënberg terugvond wilde hij geen face to face contact meer, scheen hij ziek te zijn. Ik had hem graag nog eens willen spreken. Op het internet was jammer genoeg nauwelijks iets over hem te vinden.” Wat weerhield de geheimschrijver van face-to-face contact? Wilde hij in het reine komen met een dubieus verleden? Was er op de dorps-hbs in Blerick iets onvergeeflijks voorgevallen tussen Aerts en Rombouts? Kon Aerts al die ex aequo’s niet verkroppen? Hoe zit het met die vermeende ziekte? Ook iets natuurlijk dat een geheimschrijver niet aan de grote klok hangt. We wachten op nadere informatie.
Geef een reactie