Interessante onderwijsdiscussie in België: is het goed om de prestaties van leerlingen te vergelijken met die van klasgenoten? Het Vlaamse onderwijs is traditioneler dan het Nederlandse, schreef Trouw afgelopen zaterdag. Tot nu toe was het gebruikelijk op cijferlijsten en rapporten ook het klassengemiddelde te vermelden, zodat te zien is of een leerling tot de besten van de klas hoort, of juist niet. Daar komt nu weerstand tegen. De koepel van Vlaamse openbare scholen wil af van die klassengemiddelden. Je kunt een leerling beter met zichzelf vergelijken en de behaalde cijfers afzetten tegen eerdere prestaties. Dat werkt minder demotiverend. Geen sprake van, roepen politici, columnisten en onderwijsspecialisten. Op die manier maak je watjes van de leerlingen. Competitie kan geen kwaad en een slechte beoordeling leidt juist tot meer inzet. Scholen moeten leerlingen niet als kasplantjes behandelen, maar weerbaar maken. Hoe zit het in Nederland? Wij zetten geen klassengemiddelden op de rapporten, maar een onvoldoende zegt vaak wel iets over de geleverde prestatie ten opzichte van die van andere leerlingen. Verder wordt bij het centraal schriftelijk examen achteraf de norm bepaald, afhankelijk van de prestaties van de kandidaten. Een onvoldoende wil dan zeggen dat je het slechter gedaan hebt dan de meeste anderen. En de scores van scholen worden weer landelijk vergeleken met die van andere scholen. Zit je bij de laagste tien of twintig procent van Nederland, dan heb je een probleem. En dat kan voor een school zeer stimulerend zijn om eens kritisch naar het eigen onderwijs te kijken. In dat opzicht is Nederland net zo traditioneel als Vlaanderen. Feit blijft dat te veel focussen op cijfers en scores ook weer niet de bedoeling is. Misschien is die leerling met een onvoldoende voor wiskunde wel veel behulpzamer, toleranter of creatiever dan haar klasgenoten.
Geef een reactie