Eerst heb je Van Gogh’s schilderij. Bijvoorbeeld dat van Armand Roulin. Dan heb je de acteur Douglas Booth, die Armand Roulin speelt. Vervolgens maak je van Douglas Booth die Armand Roulin speelt een schilderij dat sterk lijkt op het oorspronkelijke schilderij van Van Gogh. Zo produceer je 65.000 schilderijen in de stijl van Van Gogh en die voeg je samen tot de speelfilm Loving Vincent. In die bewegende schilderijen is datgene wat Van Gogh’s werk zo bijzonder maakt, namelijk dat het lijkt alsof alles beweegt en trilt, daadwerkelijk zichtbaar gemaakt. Alles beweegt en trilt dus. De sterren, het water, de huizen, het behang, de glazen absint, het afgesneden oor, de schotwond in de buik. Daarmee is de vraag gerechtigd wat al dat schilderwerk toevoegt aan enerzijds dit interessante verhaal over de dood van Vincent van Gogh en anderzijds het oeuvre van Vincent van Gogh. Natuurlijk, als kijker ervaar je hoe Van Gogh die werkelijkheid ondergaan moet hebben. Maar het was subtieler (en minder omslachtig) geweest als men die associatie had beperkt tot realistische filmbeelden met een vergelijkbare sfeer en kleurstelling. Dat blijkt ook al uit het feit dat de in zwartwit geschilderde en daardoor meer realistisch vormgegeven flashbacks eigenlijk beter uit de verf komen. Het is absoluut een aardig experiment – een film in de stijl van de schilder. Maar het schiet zijn doel voorbij. Wat niet wegneemt dat Loving Vincent een fascinerend kijkspel is.
Geef een reactie