De blues is nou niet direct het muziekgenre dat op het OCW-hoofdkantoor de hele dag door te horen is. Althans, als we het hebben over de standaard blues als die van B.B. King, Buddy Guy en John Lee Hooker. Hetzelfde geldt voor de meer gesoigneerde variant, van bijvoorbeeld Eric Clapton. Er zijn uitzonderingen. Klassiekers als Robert Johnson en Mississippi John Hurt kunnen hier weinig fout doen. En alles van het Fat Possum-label, hoe smerig, ranzig, vals en gemeen ook, mag ongezien binnenkomen. Fat Possum Records werd in 1992 in Oxford, Mississippi, opgericht door een paar studenten. Ze waren ontevreden over de gladde, commerciële bluesplaten die in die tijd werden uitgebracht. Zij waren meer voor de rauwe, ongepolijste, semi-criminele blues van het platteland, gespeeld in half-illegale kroegen, op winderige straathoeken en op de doorbuigende veranda’s van de in staat van ontbinding verkerende blokhutten van de artiesten zelf. De slogan van Fat Possum is “Not The Same Old Blues Crap” en inderdaad – hier wordt uit een heel ander vaatje getapt. De blues van R.L. Burnside, Junior Kimbrough, T-Model Ford is compromisloos, hard, ruig en goor. En er valt wat te lachen, wat bij de blues niet vaak het geval is. Bluespuristen vonden het allemaal maar niks, zeker toen gaandeweg steeds meer jonge popgroepen werden betrokken bij de opnames en de authentieke blues soms werd geremixt tot elektronische dance. Op Spotify is een lange playlist van het label te vinden. Niet alles is geschikt voor als de buren op bezoek komen.
Geef een reactie