Een portret uit 1657 van Govert van Slingelandt en zijn gezin. Zoontje Barthout in een blauw jurkje voor zijn ouders. Vrouw Christina met dochtertje op schoot. Happy family? Ho maar. In het echt zijn moeder en dochter daarvóór al in het kraambed gestorven. Een schilderij van Anthonie Charles de Liederkercke en zijn gezin. Zoon Samuel, 16 jaar, staat wat bleekjes naast zijn vader. Geen wonder, Samuel is op dat moment al overleden. Op het schilderij van Jacob Feitama en Elisabeth de Haan uit 1790 stond ooit hun dochter Maria op de achtergrond. Tot zij tot ongenoegen van haar ouders met een zwierige legerofficier thuiskwam. Maria werd overgeschilderd.
Eerlijk is eerlijk, het zijn bepaald niet allemaal artistieke topstukken op de tentoonstelling Lief & Leed in Rijksmuseum Twenthe. Maar daar gaat het deze keer ook niet om. De familieportretten zijn om andere redenen de moeite waard. Er is mee geknoeid. Familieleden zijn weggemoffeld of later juist toegevoegd. Al naargelang van de grillen van het lot, dat het in vroeger eeuwen vooral gemunt had op baby’s. Zo ongeveer de helft overleed voor de eerste verjaardag. We zien een schilderij met wel tien kinderbedjes, waarvan twee met nog levende kinderen. We maken kennis met Elisabeth, gravin van Culemborg. Op een schilderij uit 1545 staat ze met haar twee echtgenoten. De eerste overleed in 1509, de tweede in 1540.
En zo zie je dat kunst ook op een andere manier kan boeien dan door mooi te zijn. De tentoonstelling is nog te zien tot en met 6 januari 2019.
(Even terzijde, in de video – een opvallend taalkundig verschijnsel in het begin: ‘haar familie die er kapot van zijn’. Niet meer tegen te houden, dat meervoudig vervoegen van een enkelvoudig onderwerp dat betrekking heeft op een aantal personen. ‘Heracles moeten flink aan de bak’.)
Geef een reactie