Cruciaal in de roadmovie-achtige documentaire The King (VS, 2018) is het moment waarop John Hiatt plaatsneemt op de achterbank van Elvis Presley’s Rolls Royce uit 1963. Zichtbaar ontroerd stelt hij vast: ‘Elvis was trapped’. In de val gelokt door zijn beruchte (oorspronkelijk Nederlandse) manager Colonel Parker, die Elvis uitzoog en belazerde, en hem van een controversiële muzikale oproerkraaier veranderde in een crooner van kerstliedjes. Alles voor het geld. De teloorgang van de rock’n’roll-held Elvis Presley staat in de film model voor de ontmanteling van de ‘American Dream’, aan gruzelementen geslagen door het grootkapitaal en het neoliberale cynisme, uiteindelijk leidend tot de hel waarin de Verenigde Staten nu zijn beland. Veertig jaar na Elvis’ dood leent filmmaker Eugene Jarecki de legendarische Rolls Royce (!) van Presley voor een soort bedevaart van Memphis naar New York, Las Vegas en nog verder. Allerlei landgenoten, muzikanten en anderen, jong en oud, zwart en blank, rijden een stuk mee op de achterbank en treuren over het lot van The King, dat ook het lot is van de hoop die Amerika ooit mocht hebben op een fatsoenlijke samenleving.
Geef een reactie