Bij de toegangspoortjes van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden staat de sarcofaag van Wahibre-em-achet, een belangrijk man aan het Egyptische hof. Waren de namen van zijn ouders – Alexikles en Zenodata – niet op de sarcofaag vermeld, dan was niemand op het idee gekomen dat Wahibre-em-achet niet uit Egypte, maar uit Griekenland stamde. Een migrant dus! Zoals zovelen in de klassieke oudheid. Ter gelegenheid van de Week van de Klassieken (gisteren alweer voorbij, een week is ook niks meer tegenwoordig) schreef classicus Jona Lendering Wahibre-em-achet en andere Grieken, Landverhuizers in de oudheid. Het boekje gaat over migratie: ‘het verschijnsel dat mensen met een bepaalde identiteit elders gaan wonen bij mensen met een andere identiteit’. Lendering toont aan dat mensen in het verleden mobieler zijn geweest dan oudheidkundigen lange tijd hebben aangenomen. Dat blijkt uit nieuwe manieren om vondsten uit de oudheid te onderzoeken. Werden tot voor kort voornamelijk gevonden voorwerpen op hun ouderdom en herkomst onderzocht, tegenwoordig worden met behulp van geavanceerde DNA-methodes ook de stoffelijke resten van mensen geanalyseerd. Stond van die voorwerpen vaak vast dat ze op een heel andere plaats gevonden werden dan waar ze geproduceerd waren, nu blijkt ook de mens in de oudheid veel mobieler dan altijd werd verondersteld. De geschiedschrijving en literatuur wezen daar al op. Een veel voorkomend thema is de stichting van een nieuwe stad, nadat een groep mensen om welke reden ook zijn oorspronkelijke habitat verlaten had. Een voorbeeld is het verhaal van Aeneas, die na de verwoesting van zijn woonplaats Troje na tal van avonturen en omzwervingen in Italië een stad sticht die uiteindelijk zou leiden tot het ontstaan van Rome. Hoewel de Italiaanse regering de pest heeft aan buitenlanders, is hun stamvader feitelijk zelf dus een migrant. Lendering bespreekt achtereenvolgens de lotgevallen van vluchtelingen, kolonisten, soldaten en nomaden. Hij komt tot de conclusie dat Wahibre-em-achet absoluut geen uitzondering was. “Nomadisme was in de Oudheid een gebruikelijke levenswijze. (…) De mensen waren heel mobiel. En ze wisten het: in het antieke wereldbeeld stamde iedereen af van landverhuizers, en de antieke talen kenden dan ook geen woorden die geheel met ons begrip ‘migratie’ overeenkomen.”
Geef een reactie