In Is dit een mens beschrijft de Joodse Italiaan Primo Levi (1919-1987) hoe hij begin 1944 naar Auschwitz werd gedeporteerd en daar overleefde tot het concentratiekamp in januari 1945 door de Russen werd ontmanteld. Levi schrijft zijn boek om te getuigen. “De geschiedenis van de vernietigingskampen behoort door ieder mens begrepen te worden als een sinister alarmsignaal. De behoefte om de ‘anderen’ ons verhaal te vertellen, de ‘anderen’ deelgenoot te maken, was voor ons, vóór de bevrijding en daarna, een zo onmiddellijke, heftige impuls geworden dat het andere elementaire behoeften om de voorrang streed; mijn boek is geschreven om aan die behoefte te voldoen en dus in de eerste plaats als innerlijke bevrijding.” De eerste hoofdstukken gaan over het dagenlange transport van Modena in Noord-Italië naar Auschwitz. “Er waren twaalf wagons en wij waren met ons zeshonderdvijftigen; in mijn wagon waren maar vijfenveertig mensen, maar het was een kleine wagon. Dat wat we hier zien, wat we hier onder de voeten hebben, is dus een van die Duitse transporttreinen, die treinen die niet terugkomen, die treinen waarover we, huiverend en altijd een beetje ongelovig, zo vaak hadden horen vertellen. Precies zoals het ons verteld was, tot in alle details: goederenwagons, van buiten verzegeld, met erin mannen, vrouwen en kinderen, onbarmhartig samengeperst als waardeloze koopwaar, op reis naar het niets, op reis naar de ondergang, naar de bodem. Ditmaal zitten wij erin.”
Geef een reactie