Ahmed is een jaar of dertien. Op de een of andere manier is hij geradicaliseerd tot een fanatieke moslim. Of beter: is hij aan het radicaliseren, onder invloed van de plaatselijke imam. In Le jeune Ahmed (België, 2019) beperken de regisseurs Jean-Pierre en Luc Dardenne zich tot observeren. We zien hoe Ahmed zijn moeder, die best van een glaasje houdt, terechtwijst en zijn zus, met haar onbekommerde decolleté, uitscheldt voor slet. Er is een oudere neef, gesneuveld als jihadist. Ahmed vereert hem. Op school geeft Ahmed zijn lerares geen hand meer. Vrouwen zijn onrein. Daarom weet hij zich ook geen raad met het geflikflooi van een vriendinnetje. Enfin, we hebben het allemaal eerder gezien, maar nooit van zo dichtbij. In een interview in de Filmkrant leggen de regisseurs uit dat Ahmed ‘wil deelnemen aan iets dat groter is dan hijzelf’. De echte boef is dan ook de imam, die de jongen indoctrineert, hersenspoelt en op het fatale pad brengt. Beiden lijken de gevolgen hiervan niet te zien. “Dat is de logica van fanatisme,” zeggen de Dardennes, “Fanatici elimineren dingen en individuen die in de weg staan van het rijk waarvan ze dromen. Ze hebben in hun ogen het recht om te doen wat ze doen, de gevolgen en het kwaad houden hen niet bezig.” De film onthoudt zich van commentaar, de beelden spreken voor zich. Met afschuw kijk je toe. Tegelijk heb je met Ahmed te doen. Hij is nog zo jong.
Geef een reactie