Wat mooi toch, dat antieke beeldhouwwerk, gemaakt van zacht glanzend wit marmer. Vergeet het maar. Die Griekse en Romeinse zuilen, timpanen, standbeelden en grafreliëfs waren helemaal niet wit. Ze hadden felle kleuren, die we nu ronduit kitsch zouden noemen. Maar toen in de Renaissance, meer dan duizend later, die klassieke sculpturen weer boven water – of beter: boven de grond kwamen, was de verf nagenoeg helemaal verdwenen. Dat konden de kunstenaars van die tijd niet weten. Ze dachten dat het zo hoorde, en kopieerden wat ze zagen. Toen in de loop van de tijd duidelijk werd hoe de vork in de steel zat, was het al te laat. De nieuwe norm was maagdelijk blank marmer. Neo-classicisme ten voeten uit. (Iets vergelijkbaars overkomt je als je in een nieuw Grieks-Orthodox kerkje ergens in Griekenland een frescoschilder in de weer ziet met kanariegeel, hemelsblauw en knalrood.)
Bron: Open Culture
Geef een reactie