Natuurlijk hoef je als filmmaker niet de hele plot aan je publiek uit te leggen. Er mogen best wat losse draden en open plekken overblijven, eventueel zelfs aan het eind. Maar als bijna elke scène een raadsel op zich is, zonder enig herleidbaar verband met de vorige scène of de volgende, dan wordt het ronduit irritant. Zo valt er aan The whistlers (Roemenië, 2020) werkelijk geen touw vast te knopen. Uit de informatie vooraf haal je dat het gaat over een Roemeense politieagent die tevens voor de maffia werkt. Om een corrupte zakenman uit de gevangenis te bevrijden, is het nodig dat hij naar het Canarische eiland La Gomera gaat, teneinde daar een soort lokale fluittaal te leren – harstikke handig als je een corrupte zakenman uit de gevangenis moet bevrijden. Gaandeweg duiken er allerlei andere types op, van wie nooit duidelijk wordt of ze nou werkzaam zijn voor de politie of voor de maffia, of allebei, of geen van beide. Dan rijdt er een auto door een bocht langs de kust van het eiland. Maar een seconde later zijn we alweer in een verlaten pakhuis, met iedereen een schietgeweer in de aanslag. Intussen worden er door de fluiters hele boodschappen heen en weer gefloten, dat het een lieve lust is. Maar volgens de Filmkrant is het een ‘met dissonanten doorspekte neo-noir over een femme fatale, een politie-inspecteur en de Canarische eilanden’, die zich afspeelt ‘tegen de achtergrond van de communistische bouw van grootstedelijk Roemenië’. En The whistlers was genomineerd voor een Gouden Palm op het Filmfestival van Cannes. Tja, dan blijft er voor de doorsnee bioscoopbezoeker natuurlijk niets anders over dan deemoedig het hoofd te buigen, in afwachting van het cryptogram in de zaterdagkrant.
Geef een reactie