Een boerenschuur en een woonhuis staan op een nauwelijks zichtbare verhoging in het landschap aan de oever van de Maas, in de nabijheid van het dorp Middelaar. Ooit bevond zich hier een forse burcht: het Huis te Middelaar. Als je goed kijkt, kun je nog zien waar ooit de slotgracht was. Het Huis te Middelaar was in de veertiende eeuw in bezit van Reinald IV en zijn vrouw Maria, hertog en hertogin van Gelre en Gulik. Naar aanleiding van een tentoonstelling over het gebedenboek van Maria in Museum Valkhof in Nijmegen ging Johan Oosterman, hoogleraar Oudere Nederlandse letterkunde aan de Radboud Universiteit, op zoek naar sporen van Maria in de streken waar zij en haar man het voor het zeggen hadden, ruwweg het gebied tussen Zwolle en Aken en tussen Gorinchem en Bonn. Het resultaat is een prachtige uitgave: Maria van Gelre, Sporen in het landschap. Een vaste woon- of verblijfplaats had het hertogelijk paar niet. Het hof trok van kasteel naar burcht, van dorp naar stad. Om recht te spreken, de administratie te controleren en zich te laten toejuichen. Oosterman reist het stel achterna, zeshonderd jaar na dato. Hij trekt van Middelaar naar Rosendael, van Zutphen naar Mariënborn en van Geldern naar Grave. Aan de hand van rekeningen, aktes en andere officiële documenten weet hij verrassend veel van het hofleven uit die tijd te reconstrueren. Maria’s favoriete stek was het kasteel te Grave: “Een comfortabele plaats om te wonen, een aangename stadsresidentie.” Ze was onderweg in Brabant, toen ze op 25 juni 1423 bericht kreeg van de plotselinge dood van haar man. Oosterman citeert uit een Nijmeegse kroniek: “Na de dood van hertog Reinald kwam zijn echtgenote Maria (…) met haar getrouwen bij de stad Grave en ze eiste dat ze werd toegelaten, wat haar werd geweigerd. Vrouwe Maria en haar gezelschap waren daarover behoorlijk verstoord, omdat ze, samen met hertog Reinald, de burgers van Grave veel steun had geboden na de grote brand die daar in 1415 had gewoed. Ze trok nu, terneergeslagen en pijnlijk getroffen, naar de gebieden in het hertogdom Gulik die haar waren toegewezen bij haar huwelijk.” Van het kasteel is niets meer te zien, vertelt Oosterman. Een kazerne verrees op de fundamenten ervan. Later kreeg het gebouw allerlei bestemmingen: militair arsenaal, gevangenis, opslag en van 2001 tot 2005 een luxe interieurzaak. “Sindsdien staat het complex leeg.” Hoe dan ook, een spoor van Maria van Gelre.
Zie ook: Niet voor onze ogen bedoeld
Geef een reactie