Waarom Özcan Akyol aan het begin van zijn boekenweekessay Generaal zonder leger zo nodig de – nota bene – enige boekhandelaar van Veenendaal aan het kruis moest nagelen, is niet goed te begrijpen. Waar heeft die man dat aan verdiend? “Deze gedistingeerde meneer, vooral op uiterlijk niveau (‘vooral op uiterlijk niveau’?!/rl), belichaamde de parodie die het literaire landschap van lieverlee op zichzelf geworden is. Maar ik nam hem niets kwalijk.” Nee, maar wel hem in een oplage van tienduizenden exemplaren publiekelijk te kakken zetten.
Akyol trekt in het boekje ten strijde tegen het zelfvoldane literaire wereldje, dat voornamelijk binnen de Amsterdams grachtengordel gesitueerd is. Daar wordt het ene literaire meesterwerk na het andere geproduceerd, maar niemand die ze leest. Schrijvers, uitgevers en recensenten komen op elkaars feestjes. Ze voelen zich hoog verheven boven populaire media als Instagram en Facebook. Denk maar niet dat ze bereid zijn af te dalen tot De Wereld Draait Door om daar hun boeken aan te prijzen. En vraag ze vooral niet om iets wat rebels of tegendraads is. Het is één grote, lamme kliek, volgens Akyol.
Nee, dan “Eus” zelf! Die is niet van het scherm te slaan en laat geen gelegenheid ongebruikt om in het spotlicht te komen. Dát is nog eens voor jezelf en je boeken opkomen! “Eus” trekt zijn neus niet op voor een stukje aandachttrekkerij, als dat de verkoop van zijn werk ten goede komt. Hij schaamt zich niet om naast Lucinda Riley op de bestsellertafel te liggen. Hij struint de middelbare scholen af om daar een blijde boodschap te brengen: lezen is echt veel leuker dan je denkt, kinderen! Op die scholen spreekt hij dan die verschrikkelijke leraren Nederlands, die hun arme leerlingen verplichten Gijsbrecht van Aemstel te lezen, in plaats van Kluun, Gijp en Riley.
Wat Akyol nu eigenlijk voorheeft met zijn essay, wordt nooit helemaal duidelijk. Hij blijft steken in wild om zich heen slaan en zichzelf op de borst kloppen. Wat is nu eigenlijk het probleem? Niemand stoort zich aan lezers die Zeven Zussen lezen, in plaats van Houellebecq. Het zal de boekhandel (behalve die ene in Veenendaal dan kennelijk) worst zijn wat zijn klanten lezen, zolang ze de kassa laten rinkelen. En die kliek rond de Groene Amsterdammer… wie in de rest van Amsterdam en de wereld maakt zich daar druk om? Of steekt het Akyol heimelijk dat hij zelf niet tot die literaire elite hoort? In elk geval doet hij in Generaal zonder leger erg zijn best om vooral zichzelf op het schild te hijsen. Schaamteloos citeert hij een ‘prachtig compliment’ dat hij ‘één keer’ na een schoolbezoek in zijn berichtenbox op Instagram kreeg:
“Beste Özcan, ik heb uw boek ‘Eus’ gelezen en u bent daadwerkelijk een inspiratiebron geworden voor mij. Weet u wat ik interessant vind aan u? Het feit dat u zó intelligent en inspirerend bent en alsnog lijkt op mijn lokale cocaïnedealer. Geweldig!”
En Akyol, je slaat ‘steil’ achterover. Niet ‘stijl’. Maar misschien is het elitair om daarover te kniezen.
Marja zegt
😊