Kijk uit met filmrecensies. Soms, váák zelfs, vindt de recensent het nodig, of op zijn minst geen enkel probleem, om zo ongeveer de hele plot na te vertellen. Als je dan bijvoorbeeld per ongeluk vooraf een artikel over Un fils (2020, Tunesië) gelezen hebt, is de halve film al verklapt. Nou zal die journalist tegenwerpen dat het immers helemaal niet om het verhaal zelf gaat, maar om de achterliggende gedachte, de karakterontwikkeling van de hoofdpersoon of de sociaal-politieke achtergrond waartegen de gebeurtenissen zich afspelen. Allemaal prima, maar wat een geluk dat we Un fils blanco gingen bekijken. Al die dingen die de recensent eruit had gehaald klopten wel, maar de kracht van de film is toch het ijzersterke scenario, met een haast ondraaglijke spanningsopbouw en de meest onverwachte wendingen. Ja, dat het leven voor Fares, Meriem en hun zoontje Aziz niet zo zonovergoten blijft als de beginscènes ons wijs willen maken, dat is zo helder als glas. Maar wát er daarna gebeurt, in een paar seconden, gooit heel hun leven op de kop en verandert hun bestaan in een zinderende wervelstorm van angst, vertwijfeling, achterdocht en wanhoop. Een loeispannende film, met – vooruit dan maar – een intrigerende psychologische dramatiek, een onthutsend historisch tijdsbeeld en een schrijnende boodschap, namelijk dat geluk zo kwetsbaar is als een haperende kinderlever. (Kijk de trailer hieronder eigenlijk ook liever pas na de film zelf.)
Geef een reactie