Gek dat een film die bepaald niet uitblinkt in realisme toch zo geloofwaardig kan zijn. Ga maar na. Corpus Christi (Polen, 2019) heeft drie verschillende verhaallijnen, elk voor zich al onwaarschijnlijk genoeg. 1. Een twintigjarige delinquent wil het liefst priester worden, maar maakt daar met zijn strafblad geen kans op. Op weg naar zijn werkverlof in een houtzagerij doet hij zich voor de grap voor als priester. Laat nou net toevallig de echte pastoor ziek worden. 2. In een Pools dorpje wordt de pastoor ziek. Laat er nou net toevallig een rondreizende jonge priester voorbijkomen die tijdelijk de herderlijke honneurs waarneemt, maar zijn priesterambt bepaald niet op een conventionele manier invult. Zo danst hij op hardrock en houdt hij ongebruikelijke preken. 3. In een Pools dorpje heeft zich nou net toevallig kortgeleden een grote, ontwrichtende tragedie voorgedaan, waarbij zeven mensen om het leven zijn gekomen. De jonge interimpastoor probeert de dorpelingen te leren dat ze haat moeten inruilen voor vergeving. En dan schijnt de film nog gebaseerd te zijn op ware gebeurtenissen ook! Zoals bekend is de werkelijkheid grilliger, onvoorspelbaarder en ongeloofwaardiger dan welke fictie ook. Misschien dat we daarom bereid zijn die ondenkbare verstrengeling van toevalligheden voor lief te nemen en er gewoon in mee te gaan. Doorslaggevende factor hierbij is dan waarschijnlijk het zeer overtuigende spel van hoofdrolspeler Bartosz Bielenia, die je nauwelijks de ruimte geeft om te twijfelen aan het waarheidsgehalte van Corpus Christi.
Geef een reactie