In De wereld van gisteren beschrijft Stefan Zweig de jaren aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Het hoofdstuk heet ‘Schittering en schaduw over Europa’. Er was een en al optimisme. “In de loop van deze tien jaar was er meer aan vrijheid, ongedwongenheid en onbevangenheid teruggewonnen dan in eeuwen daarvoor. Er was een ander ritme in de wereld gekomen.” De economie bloeide, de steden werden elk jaar mooier, overal kwamen nieuwe theaters, bibliotheken en musea. Maar het kon natuurlijk niet goed blijven gaan. “Heerlijk was deze wereld van trillende kracht, die uit alle streken van Europa naar ons hart toe stroomde. Maar waar wij zo opgetogen over waren, was, zonder dat wij het vermoedden, tegelijkertijd een gevaar. De storm van trots en zelfvertrouwen die toen over Europa raasde, voerde ook wolken mee.” Zweig legt uit hoe door de voorspoed de conjunctuur op hol sloeg. Iedereen wilde meer, hoger en harder. Overal in Europa begon het te knetteren. In Duitsland werd midden in een tijd van vrede een oorlogsbelasting ingevoerd. Zweig verwijt zichzelf en zijn literaire entourage dat zij het gevaar nauwelijks hebben zien aankomen en er in elk geval niet voor hebben gewaarschuwd. Niet luid en dringend genoeg althans. Te laat beseften ze dat ze zich uit hadden moeten spreken: “Wij moesten nu allemaal onze taak op ons nemen, ieder op zijn plaats, ieder voor zijn eigen land, in zijn eigen taal. Het was tijd om waakzaam te worden, steeds waakzamer.” Maar de stem van de schrijvers was te zacht, te bescheiden, te beschaafd. “De krachten die de haat wilden stimuleren waren nu eenmaal door hun lage karakter fanatieker en agressiever dan de krachten die verzoening nastreefden.” Honderd jaar later komt filosoof Bas Haring in zijn boek Voor een echt succesvol leven tot dezelfde conclusie, als hij onderzoekt hoe het komt dat iedereen altijd hoger, meer en harder wil. Dat komt omdat je in de media alleen succesverhalen hoort. De winnaars staan te juichen voor de camera, de recreanten komen niet buiten het gymzaaltje in de buurt. Ze zijn misschien wel veel gelukkiger dan de toppers. Ze roepen het alleen niet zo hard. De schreeuwers winnen, omdat ze schreeuwen.
Geef een reactie