Meneer de president, dr. Biden, mevrouw de vice-president, meneer Emhoff, Amerikanen en de wereld: er komt een dag waarop we ons afvragen waar we licht kunnen vinden in deze eeuwige schaduw, het verlies dat we dragen, de zee die we door moeten.
We trotseerden de buik van het beest, we leerden dat stilte niet altijd vrede betekent. En dat opvattingen over wat juist is, niet altijd rechtvaardig zijn. Toch begint voor ons een nieuwe dag, eerder dan we dachten, op de een of andere manier lukt het ons. Op de een of andere manier hebben we ons land zwaar weer zien doorstaan, het is niet kapot, maar slechts onaf.
Wij, de erfgenamen van een land en een tijd waarin een dun zwart meisje, nazaat van slaven en opgevoed door een alleenstaande moeder, kan dromen president te worden, en zichzelf alvast voor één ziet voordragen.
En toch, we zijn ver van afgewerkt, ver van ongerept, maar dat betekent niet dat we streven naar een eenheid die perfect is. We streven naar een eenheid die werkt. Naar een land dat toegewijd is aan alle culturen, kleuren, karakters en leefomstandigheden van mensen.
En zo kijken we niet naar wat tussen ons staat, maar wat vóór ons staat. We dichten de kloof, want we weten: willen we voorrang voor de toekomst, dan moeten eerst de verschillen weg. We leggen de wapens neer, zodat we elkaar kunnen omarmen. We wensen niemand kwaad toe, en iedereen het beste.
Laat de aarde op zijn minst dit zeggen: zelfs toen we treurden, groeiden we; zelfs met pijn hadden we hoop; zelfs vermoeid bleven we proberen; dat we altijd samen zullen winnen, niet omdat we nooit meer zullen verliezen, maar omdat we nooit meer verdeeldheid zullen zaaien.
De bijbel laat ons voorstellen dat ‘iedereen zal zitten onder zijn eigen wijnrank en vijgenboom en dat niemand angst zal kennen’. Als we dat vertalen naar ons eigen tijd, zal de overwinning niet komen door het zwaard, maar door de bruggen die we slaan.
Dat geeft lucht, als we die berg maar durven te beklimmen, want Amerikaan zijn is meer dan de trots die we erven – het is ook het verleden onder ogen zien en zoeken naar herstel.
We hebben een kracht gezien die onze natie kon vermorzelen in plaats van delen, die ons land kon vernietigen door de democratie te schorsen. En dat was op een haar na gelukt. Maar hoewel democratie tijdelijk kan worden geschorst, kan ze nooit definitief verslagen worden.
Op deze waarheid, op dit geloof vertrouwen we; terwijl wij naar de toekomst kijken, kijkt het verleden naar ons.
We waren niet klaar voor zo’n vreeswekkend uur, maar vonden de kracht een nieuw hoofdstuk te beginnen, hoop te bieden en te lachen. Terwijl we ons ooit afvroegen hoe we in godsnaam een catastrofe konden overleven, denken we nu: hoe zou een catastrofe ooit ons kunnen overleven?
We gaan niet terug naar wat was, maar vooruit naar wat zal zijn: een land gewond maar gezond, welwillend maar sterk, fel en vrij. We laten niet met ons sollen of ons intimideren, omdat we weten dat voor lafheid en inertie de volgende generatie zal moeten boeten.
Onze blunders worden hun last, maar een ding is zeker: als we genade mengen met macht, en macht met recht, dan krijgen we er liefde voor terug, het geboorterecht van onze kinderen.
Laten we een land achterlaten dat beter is dan dat waar we in terechtkwamen. Met elke ademtocht vanuit mijn bronsbeslagen borst maken we van deze gewonde wereld een wonderwereld. We komen op vanaf de goudgerande heuvels in het westen, vanuit het winderige noorden en oosten, waar onze voorvaders de eerste revolutie tot stand brachten. We komen op vanuit de met meren omzoomde steden van het midwesten, vanuit het zonovergoten zuiden. We herbouwen, verzoenen en herstellen in elk hoekje van de natie die we ons land noemen; ons volk, verscheiden en mooi, zal herrijzen, geslagen en mooi.
Op een dag stappen we uit de schaduw, vlammend en zonder angst. Een nieuwe dag ontluikt als we dat toestaan. Want er is altijd licht, als we het maar durven zien, als we het maar durven zijn.
Amanda Gorman, tijdens de inauguratie van president Biden
Klik hier voor de oorspronkelijke tekst
Geef een reactie