Winnaar van de Libris Geschiedenis Prijs. Dat Erasmus, dwarsdenker van Sandra Langereis geen standaardbiografie is, zie je al op de voorkant. Niet een van de bekende statige portretten van Holbein, maar ‘Erasmus in klaprozenhemd’ van Neel Korteweg, uit 2013. We zien een brutaal, arrogant, zelfs misschien hooghartig de wereld inkijkende jonge gast, ruw gepenseeld met krassen in de hals en uitgelopen lippenstift. Een dwarsdenker inderdaad, dat zie je zo. Geen gemakkelijk type, maar wat wil je als je zoveel slimmer bent dan je tijdgenoten. Als de wereld om je heen ingesteld is op conventionele devotie en helemaal niet zit te wachten op jouw vernieuwende beschouwingen over de kerkvaders, ook al zijn ze gebaseerd op zeer nauwkeurige bestudering van de originele teksten, en op je revolutionaire nieuwe vertalingen van de Heilige Schrift, rechtstreeks uit het Grieks en Hebreeuws, en gezuiverd van alle fouten die daar in de loop van de eeuwen waren ingeslopen. Erasmus was een groot taalgeleerde en een eminent vertaler en schrijver, de grootste ooit misschien wel van het Nederlands taalgebied, ook al schreef hij in het Latijn. In zijn tijd was hij een van Europa’s best verkopende auteurs. Van zijn vertalingen, essays, taalkundige handboeken en natuurlijk zijn bekendste werk Lof der Zotheid verscheen druk na druk, tientallen jaren lang, en zonder uitzondering binnen de kortste keren uitverkocht. Iets waar hijzelf geen cent wijzer van werd, overigens, want de opbrengst ging naar de drukker, en de schrijver moest blij zijn met een bescheiden vergoeding voor de kopij. Langereis geeft een eerlijk, soms ontluisterend beeld van dit door armoede en gezondheidsproblemen gekwelde genie, in een schrijfstijl die qua tempo en vrijmoedigheid welhaast door die van Erasmus zelf aangestoken moet zijn: “Nu hij toch bezig was, schreef hij er nog een pittige brief achteraan voor Engelands nieuwste spielmacher: Wolsey.” “Hoe haalde hij het in zijn hoofd de heilige schrift te willen controleren op fouten?” “Hij voelde zich behoorlijk voor schut staan tegenover zijn vrienden die in en uit liepen bij de koninklijke kanselier.” In zijn compromisloze zoektocht naar het ware woord en zijn zucht naar intellectuele vrijheid van denken scheerde Erasmus regelmatig langs de rand van de afgrond: hij kon het smeulen van de brandstapel bij wijze van spreken al ruiken. Maar het was toch zijn broze gezondheid die hem uiteindelijk sloopte, na een onvoorstelbaar productief leven. Sandra Langereis verdient alle lof voor deze sublieme, swingende biografie.
Geef een reactie