Vanavond om 20.00 uur op Veronica. De mensheid bestaat zo’n 125.000 jaar. In die tijd schijnen er rond de 107 miljard mensen op aarde geleefd te hebben. Die zullen allemaal naar de maan gestaard hebben. Met verwondering, nieuwsgierigheid, ontzag of verlangen. Hoe uitverkoren zijn wij dat, van al die miljarden aardbewoners, onze generatie nu net heeft meegemaakt dat er mensen op die maan geland zijn? Wat voor een onvoorstelbare prestatie dat was wordt nog eens duidelijk door de film First Man (2018, VS, Damien Chazelle). Neil Armstrong en zijn mannen bereisden het universum in vehikels die van roestige klemmen, lostrillende schroeven en rammelende bodemplaten aan elkaar leken te hangen. De expeditie werd aangestuurd met behulp van computers die vele malen minder rekenkracht hadden dan de een simpele smartphone van nu. Onder druk van de competitie met de Russen werden testen overgeslagen en proefvluchten geskipt. Meer nog dan om de technologische geschiedenis draait First Man echter om het persoonlijk leven van Neil Armstrong, gespeeld door Ryan Gosling. Diens altijd wat onaangedane mimiek komt in deze film geweldig van pas, want Armstrong laat zich in zijn haast maniakale ambitie om de eerste mens op de maan te worden door niets en niemand van de wijs brengen. Niet door zijn gezin, niet door de dood van zijn dochtertje, niet door het drama met de Apollo 1-bemanning, in de capsule levend verbrand bij een oefening. Pas daarna was het Armstrong die in aanmerking zou komen als commandant van de eerste maanreis. Zien we werkelijk een zweem van een glimlach als hij – op audiëntie op het Witte Huis – het telefoontje krijgt over de dood van zijn drie collega’s en vrienden?
Geef een reactie