Eind vorig jaar ging de Tweede Kamer akkoord met de aankoop van Rembrandts De Vaandeldrager. Het schilderij kostte 150 miljoen euro, een bedrag dat volgens velen beter gebruikt had kunnen worden om de door corona zwaar gehavende cultuursector wat op te monteren. Hoe dan ook, De Vaandeldrager is terug in Nederlands bezit, en eerlijk is eerlijk, als je er – zoals nu mogelijk is in het Drents Museum – met de neus bovenop zit, kun je niet anders dan toegeven dat het een indrukwekkend kunstwerk is. Typerend voor Rembrandt is de combinatie van een zwierige, bijna schetsmatige losheid en een scherp oog voor detail, dat merkwaardig genoeg vooral opvalt als je wat afstand neemt van het schilderij. De vaandeldrager in kwestie is trots op zijn werk – terecht, want het vaandel was op het slagveld een voornaam attribuut. Het diende als zichtbaar baken en verzamelpunt, maar vooral ook had het een belangrijke symbolische waarde. Kreeg de vijand het in handen, dan was de strijd zo goed als gestreden. Kijk hoe de man (waarschijnlijk een zelfportret) elegant, haast verwijfd, zijn rechterhand in zijn zij vouwt. Zie hoe zelfbewust hij ons aanblikt: kijk mensen, ik ben vaandeldrager, nou jullie. Het schilderij, waarop bruin, beige en oker (in allerlei verschillende tinten) domineren, toont Rembrandt op zijn best. De Vaandeldrager is in Assen te zien tot 31 augustus en gaat daarna verder op toernee naar onder andere Den Bosch, Groningen en Enschede.
Geef een reactie