Louis Paul Boon en Willem Elsschot kwamen elkaar voor het eerst tegen op 28 november 1942. Het was bij de uitreiking van een literaire prijs aan Boon voor zijn roman De voorstad groeit. Elsschot was bij hoge uitzondering eens in een jury gaan zitten en gaf halverwege het boek al door dat de prijs wat hem betrof wel naar Boon mocht. Een paar maanden later ontstond een briefwisseling, die in 1989 werd uitgegeven onder de titel Als een onweder bij zomerdag. De correspondentie verliep niet zonder slag of stoot, vooral ook omdat zowel Boon als Elsschot gewend was de ander ongezouten de waarheid te vertellen. Toen Boon aan Elsschot vroeg wat die van zijn nieuwe roman Abel Gholaerts vond, kreeg hij het verwijt naar zijn oren dat hij een ‘labbekak’ was, omdat hij niet ronduit had durven schrijven dat Abel de zoon van de pastoor was. Later stuurde Elsschot zijn jonge collega Het dwaallicht ter beoordeling. De novelle viel Boon wat tegen. Hij was het helemaal eens met een eerdere lezer die streepjes in de kantlijn had gezet bij minder geslaagde passages. Later bleek dat die streepjes juist uit enthousiasme waren geplaatst. Beide schrijvers deden niet veel met de opmerkingen van de ander, hoewel er wel degelijk sprake was van wederzijdse bewondering. Ze kwamen overeen in hun barse, weerspannige karakter: gemakkelijk waren ze geen van beiden. Aan de briefwisseling kwam plotseling een einde toen Elsschot in 1947 zijn gedicht Borms (een protest tegen diens executie wegens collaboratie) wilde opdragen aan Boon. Die was daar absoluut niet van gediend, want August Borms was twee wereldoorlogen lang een landverrader geweest. Uiteraard was Elsschot zich daarvan bewust, maar hij vond het weerzinwekkend dat een man, hoe fout ook, op hoge leeftijd nog voor het vuurpeloton werd gezet. Boon paste voor de eer, Elsschot was diep gekrenkt en de harde vriendschap was over.
Gij zult nog zéér mooie dingen schrijven, mooier nog dan uw eerste boek, ‘als de tijden rijp zullen zijn’. Morgen misschien? Want zulke dingen komen even plotseling als een onweder bij zomerdag.
Willem Elsschot aan Louis Paul Boon, 28 januari 1945
Zie ook: Grote ontzetting, Boze Elsschot en ‘Willem Elsschot? Elsschot?’ en Het leven gelijk het leven is
Geef een reactie