Het hele dorp liep uit toen de parkeerplaats werd geopend. Ze hingen een lintje op om door te knippen. En die grote witte roos op de lichtbak maakte ons leven een stuk lichter. Van een halve mijl konden we het neonlicht al zien. Benzine kostte bijna niks en ze gooiden ook nog je tank vol, controleerden de bandenspanning, checkten de olie en maakten je voorruit schoon. En we poetsten onze auto’s tot ze harder glommen dan ooit. We parkeerden ze onder dat licht en keken naar de lucht boven de prairie. Verder was er toch niks te doen.
Nu is er spaanplaat in plaats van glas, alle ramen zijn ingegooid. En waar ooit de pompen stonden, ligt nu alleen een blok beton. Een paar auto’s steken half uit de grond. En dat oude reclamebord blijft maar draaien in de wind. Ik denk dat van het White Rose-tankstation alleen de herinnering nog over is.
De meiden gooiden er een paar dollars tegenaan om maar bij de tankjongens te kunnen zijn. We werden verliefd, maar iedereen vertrok.
Mensen van buiten stopten en vroegen hoe ver ze van de kaart waar afgedwaald. Toen kwam het viaduct en bleven ze op de snelweg.
Dat neonlicht was hart en ziel van dit ouwe stadje van niks, dat alle levenslust verloor op de dag dat het tankstation dicht ging. Spaanplaat, sloopauto’s, een stuk beton, niet meer dan een herinnering.
(White Rose, op Fred Eaglesmith, Drive-in Movie)
Klik hier voor een korte video over het White Rose Gas Station in Jims’ Vintage Garages Heritage Museum in Headingley, Manitoba, Canada.
Geef een reactie