Er is iets geks aan de hand als je rondslentert door Tarlabasi, een oude wijk in Istanbul. Morsig geklede kinderen hangen lusteloos op straat. Oude vrouwen met hoofddoeken kijken beschaamd weg als je nadert. Dichtgespijkerde ramen, afgebroken regenpijpen, ingestorte woningen waarvan alleen de voorgevel nog een beetje de schijn ophoudt. Tussen de huizen hangt smoezelig wasgoed. Het is een al armoede, treurigheid en verveling. Een wijk in verval, die in het wegstervende middaglicht een soort weemoedige glans krijgt. Maar kijk eens omhoog langs de gevels. Elegante erkers met sierlijk stucwerk. Fraai gesmede balustrades. Barokke raamomlijstingen bestaande uit chique classicistische pilasters. Alles in deerniswekkende staat van onderhoud, maar toch. Dit moet ooit een welvarend stadsdeel geweest zijn. Wat is er gebeurd? Voor het antwoord op deze vraag moeten we terug naar de nacht van 6 op 7 september 1955. Van oudsher was Tarlabasi de wijk van welgestelde minderheden. Joden, Armeniërs en vooral Grieken. Bevolkingsgroepen die al ver voor de Turken in deze contreien woonachtig waren. Maar: welgesteld én etnisch afwijkend, dat was vragen om moeilijkheden in het naar een homogene identiteit snakkende moderne Turkije. Midden jaren vijftig begon het te broeien toen Griekenland, Groot-Brittannië en Turkije de heerschappij over Cyprus betwistten. Om de anti-Griekse sentimenten onder de bevolking verder aan te wakkeren, zette de Turkse geheime dienst op 5 september 1955 een bomaanslag op het Turkse consulaat in Thessaloniki, nota bene gevestigd in het geboortehuis van vader des vaderlands Mustafa Kemal Atatürk, in scène. In no-time stond de foto van het verwoeste gebouw in alle Turkse kranten. In een paar uur tijd werden duizenden woedende Turken gemobiliseerd, die gewapend met koevoeten, voorhamers en ijzeren staven de Griekse wijk introkken en alles kapotsloegen wat ze tegenkwamen. Winkelruiten, ramen, deuren, luiken, hele woningen, kerken en scholen moesten eraan geloven. Er vielen tientallen doden. De politie stak geen vinger uit. Veel Grieken vluchtten hals over kop het land uit. In de eerste jaren na de pogrom daalde het aantal Grieken in Istanbul van 65.000 tot 49.000. In 2006 telde Human Rights Watch nog slechts 2.500 Turken met een Griekse afkomst. De stad aan de Bosporos werd in 668 v. Chr. gesticht door de Grieken. Er was 2.600 jaar later maar één nacht voor nodig om voorgoed een einde te maken aan de Griekse aanwezigheid in Istanbul.
De achtergelaten huizen in Tarlabasi stonden een tijd leeg, tot ze gaandeweg werden ingepikt door arme migranten uit Anatolië, werkloze Koerden, berooide zigeuners en in later jaren gevluchte Syriërs, drugsdealers en prostituees. Van de glorie van weleer resteert slechts de onbedoelde schoonheid van aftakeling en verval.
Klik hier voor een uitvoerig verslag van de pogrom van september 1955. Inclusief deze link naar een schokkende fotoreportage.
Bron foto: http://www.pappaspost.com/september-6-7-1955-krystallnacht-constantinople/
Geef een reactie