De natuur was nog niet opgenomen in het gesticht, maar had toch al wel de nodige zenuwinzinkingen gehad, als voortekenen van wat er nog komen zou.
Op 4 november 1966 kwam de droom van de rivier de Arno om eens lekker buiten de oevers te treden uit. Het werd de grootste overstroming van Florence ooit. In één enkele dag werd in Florence meer verwoest dan door alle bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Al gauw probeerden de Florentijnen, tot de knieën in de modder, te redden wat er te redden viel. Daar stonden ze, mannen en vrouwen, drijfnat, de Arno en zijn hele familie vervloekend, toen er een grote vrachtwagen voorbijdenderde.
Op de vrachtwagen lag een enorm lichaam, dodelijk gewond door de overstroming: het hoofd bonkte op en en neer op de achterwielen en een gebroken arm hing over de zijkant.
Toen de houten reus passeerde, legden de mannen en vrouwen hun schoppen en emmers aan de kant, ontblootten hun hoofd en sloegen een kruisteken.
Ook hij was een zoon van de stad Florence.
Deze gekruisigde, geschonden Jezus was hier zeven eeuwen geleden geboren, voortgebracht door Giovanni Cimabue, leermeester van Giotto.
Vertaald uit: Eduardo Galeano, Mirrors: Stories of Almost Everyone
Zie ook: Beestachtige media
Geef een reactie