In de zaterdagbijlage van de Volkskrant stond een ‘minicursus Kritisch Lezen – Een kleine gids om beter te lezen, want hoe beter je leest hoe leuker het wordt’. Op zich bepaald geen eye-opener, die uitleg erbij, maar alla. Zeven leesexperts verklappen waar je op moet letten als je goed wilt lezen. De belangrijkste bijdrage is van Aleid Truijens. Zij vraagt zich af hoe je een boek kiest dat bij je past. Eigenlijk heel simpel: “Pak een onbekend boek en lees een paar pagina’s. Ben je niet één keer getroffen door een scherp inzicht, een bijtende typering of een ontroerende observatie, leg het dan weg. (…) Het onderwerp doet er zelden toe. Briljante schrijvers kunnen ieder onderwerp glans geven.” Truijens denkt terug aan haar kennismaking met het werk van F.B. Hotz, over wie ze later een prachtige biografie schreef. “Op elke [Lees meer…]
Ploink!
Voor vandaag stond #onderwijs2032 op het programma, het imbeciele initiatief van staatssecretaris Dekker om iedereen over de toekomst van het onderwijs te laten meepraten, teneinde tot een ‘samenhangende visie te komen’. Maar wat valt er toe te voegen aan Aleid Truijens’ bijdrage, vanochtend in de Volkskrant? Haar conclusie is glashelder. “Onderwijs kan zich helemaal niet voorbereiden op onbekende technologische veranderingen, en een onvoorspelbare arbeidsmarkt. Onderwijs dient niet [Lees meer…]
Ontbladerd Engels
Soms zijn dingen zo overduidelijk verkeerd, achterlijk en idioot, dat het zonde van de moeite lijkt je er ook maar een seconde druk om te maken. Engels als voertaal op de universiteit bijvoorbeeld. Te zot woorden natuurlijk, maar heel wat Colleges van Bestuur spelen met de gedachte. De wereld wordt immers steeds kleiner, en we moeten onze studenten voorbereiden op een toekomst als wereldburger! Intussen denken die colleges uiteraard voornamelijk aan hun begroting, alleen zeggen ze dat er niet bij. Gelukkig zijn er nog mensen die zich tegen deze krankzinnige plannen verzetten [Lees meer…]
Meer ruimte voor twijfel
Deze week gaat het in de Volkskrant over de vraag hoe je kinderen op de juiste plek in het middelbaar onderwijs krijgt. Donderdag vertelde leraar Engels Lianne de Ree (31) dat ze nog altijd last heeft van het stigma ‘mavokind’ dat ze door haar basisschoolleerkracht kreeg ingekerfd. Door woede en wilskracht werkte ze zich in de mavobrugklas binnen een half jaar omhoog naar de havo/vwo groep, maar zelfs nu nog (master Engels and all) knaagt dat zinnetje van toen (“Je bent maar een mavo-kind”) aan haar zelfvertrouwen, ‘omdat de leerkracht dit toen tegen mij zei op een manier [Lees meer…]
De pyjamastudent
Bij gebrek aan een hond laat Aleid Truijens zichzelf één keer per dag uit, schrijft ze in haar Volkskrant-column IJs&Weder. Deed ze dat niet, dan zou ze evengoed de hele dag de pyjama aan kunnen houden (of trekken, we kennen natuurlijk haar nachtoutfit niet), want haar werk doet ze thuis, achter de computer. En ‘een mens moet soms onder de mensen zijn’. Intussen zijn op het internet duizenden universitaire colleges te vinden. [Lees meer…]
Zittenblijven of niet?
Volkskrant-column dat zittenblijven vaak helemaal niet zo slecht is. “Een beetje dreiging is best nuttig. Juist de akelige mogelijkheid om te blijven zitten geeft sommigen net het laatste duwtje om te werken voor de proefwerkweek. Als iedereen toch overgaat, haal je bij de fut eruit.” Bovendien: [Lees meer…]
De man met het glas
De schrijver en jazztrombonist F.B. Hotz, verbeten verzamelaar van 78-toerenplaten, struinde eind jaren vijftig alle Haagse rommelmarkten af op zoek naar iets bijzonders, bij voorkeur een opname van zijn jazzheld uit de jaren twintig Paul Whiteman. Als een vriend van hem dezelfde plaat op het oog had, kreeg hij van de handelaar te horen: “De man met het glas is al geweest.” Hotz kon zelfs bij daglicht de hoesteksten van de platen niet lezen zonder zijn vergrootglas. Hoe beroerd zijn zicht was, bleek in 1959 op een studentenfeest waar hij optrad en een aardig meisje ontmoette. “De blonde, ietwat mollige studente vroeg hem eens ten dans, maar dat sloeg hij vriendelijk af; hij zag niet zo best, en op de dansvloer leidde dat tot brokken. Ze praatten nog wat, onder besmuikte blikken van de medestudenten, tot Hotz het podium weer op moest. Een van de orkestleden vroeg na afloop aan Hotz: “Frits, weet je wel wie die studente is, met wie je al die tijd stond te praten?’ Hotz had geen idee; een rechtenstudente dacht hij. ‘Het is prinses Beatrix!’ zei de medemuzikant. ‘O,’ zei Hotz, ‘ik had al het gevoel dat het niks zou worden.'” (Aleid Truijens, Geluk kun je alleen schilderen, F.B. Hotz, Het leven, p. 298.)