In 1919 schreef Nescio het verhaal Verliefdheid. Het staat in de bundel Boven het Dal, in 1942 door de schrijver samengesteld uit ongepubliceerd werk. Ko van der Wielen, chef de bureau bij een grote onderneming en ‘scepticus’, is vanuit Amsterdam Tine, op wie hij verliefd denkt te zijn, achterna gereisd naar Zuid-Limburg, waar het meisje en haar moeder de vakantie doorbrengen. Maar eenmaal ter plekke slaat de twijfel toe. “Hij was een idioot. Toen i over ’t Singel wandelde wildeni hier zijn en nu was ’t weer niet goed. [Lees meer…]
Pleziertrein naar Nijmegen
Lang na Titaantjes bracht Nescio nog Boven het dal uit, als een soort literair testament. Een van de erfstukken is Pleziertrein. Nescio, die toen nog Frits Grönloh heette, was veertien, toen de pleziertrein naar Nijmegen reed. “Lang nadat die dag niet meer komen moest, hingen hier en daar nog die blauwe biljetten. De zoete, pijnlijke, onbegrepen weemoed dat ‘t voorbij was…”