Louis Paul Boon en Willem Elsschot kwamen elkaar voor het eerst tegen op 28 november 1942. Het was bij de uitreiking van een literaire prijs aan Boon voor zijn roman De voorstad groeit. Elsschot was bij hoge uitzondering eens in een jury gaan zitten en gaf halverwege het boek al door dat de prijs wat hem betrof wel naar Boon mocht. Een paar maanden later ontstond een briefwisseling, die in 1989 werd uitgegeven onder de titel Als een onweder bij zomerdag. De correspondentie verliep niet zonder slag of stoot, vooral ook omdat zowel Boon als Elsschot gewend was de ander ongezouten de waarheid te vertellen. Toen Boon aan Elsschot vroeg wat die van zijn nieuwe roman Abel Gholaerts vond, kreeg hij het verwijt naar zijn oren dat hij een ‘labbekak’ was, omdat hij niet ronduit had durven schrijven dat Abel de zoon van de pastoor was. Later stuurde Elsschot [Lees meer…]
Véél hoger dan de leeuwerik
Tsjip van Willem Elsschot gaat over Jan, eerste kleinzoon van hoofdpersoon Frans Laarmans, in wie zonder enige moeite Willem Elsschot zelf te herkennen valt, of eigenlijk natuurlijk Alfons de Ridder, want Willem Elsschot was ook maar een pseudoniem. Jan is het kind van dochter Adele en haar Poolse echtgenoot Bennek, die zich al snel na Jans geboorte ontpopt als een heerszuchtige, traditionele huistiran. Het paar gaat scheiden, Adele keert terug uit Polen en er wordt een omgangsregeling getroffen, die door vader Bennek al gauw wordt geschonden: Jan blijft in Polen en daarmee uit. Uiteindelijk lukt het Laarmans het kind naar huis te krijgen. In Achter de schermen, een intermezzo tussen Tsjip en het vervolg De leeuwentemmer, beschrijft Elsschot hoe de kennismaking met zijn kleinzoon verliep.
“Zo staan wij dan tegenover elkander. [Lees meer…]
Boze Elsschot
Hoe houden ze het vol, die boekantiquariaten, vroegen we ons eergisteren af. In Deventer zitten er heel wat. Met name in de Kleine Overstraat. Twee tegenover elkaar hebben dezelfde eigenaar. De hele dag zigzagt hij heen en weer tussen Vivaldi en Telemann. In een van zijn winkeltjes stond Willem Elsschot en de vrouwen, een essay van Guido Lauwaert. Voorin stond: “Voor René: dubbele liefde: én Elsschot én de vrouwen. Rik en Lisette. Do 12 mei 2011. De zoete bron.” Dat was zó attent van Rik en Lisette, dat we dit boekje natuurlijk niet konden laten liggen. Je vraagt je af hoe ze het wisten. Er was nóg iets over [Lees meer…]
Grote ontzetting
Er zijn weinig schrijvers bij wie fictie en realiteit zo nauw verweven zijn als bij Willem Elsschot. Omdat hij naar eigen zeggen totaal geen fantasie had, zat er niets anders op dan de stof voor zijn verhalen uit zijn dagelijkse omgeving te halen. Het meest onverhuld gebeurt dit in Tsjip/De leeuwentemmer uit 1934, waarin hij de verkering en het huwelijk van zijn dochter Adele met de Pool Bennek beschrijft, gevolgd door de geboorte van zijn kleinzoon Jan (‘Tsjip’ c.q. ‘De leeuwentemmer’), de scheiding van Adele en Bennek en de strijd tussen de ex-echtgenoten om hun zoontje. In Elsschot, leven en werken van Alfons de Ridder van Vic van de Reijdt lezen we hoe dicht Elsschot bij de werkelijkheid van het gezin De Ridder blijft, tot aan de namen toe. Hij is zich bewust van het ongepaste van deze praktijk: ‘Het gaat immers niet aan, voor iemand die vrouw [Lees meer…]
‘Willem Elsschot? Elsschot?’
Op de tweedehandsboekenmarkt op het Spui in Amsterdam vonden we van Willem Elsschot Zwijgen kan niet verbeterd worden, een bundel (!) ‘Ongebundelde teksten’ voor zes euro. Het was een cadeau geweest van ‘Gees’ [Lees meer…]