Het was in enen tsinxen daghe
Dat bede bos ende haghe
Met groene loveren waren bevaen
Deze Pinksterdag is het exact achthonderd jaar geleden dat de machtige Koning Nobel een hofdag hield. Alle vooraanstaande vazallen – op één na – waren present. Er zou worden vergaderd over het bestuur van het Rijk. En er zou recht worden gesproken. Zo ging dat in die tijd. Al gauw lag één naam op ieders tong: die van de sluwe vos Reinaert. Wat had deze verafschuwde schurk, die felle met zijn rode baard, allemaal weer voor streken uitgehaald het afgelopen jaar! Verkrachting, overspel, sadisme, bedrog, sodomie, moord, het kon niet op. Daar zou hij voor boeten! Tot drie keer toe werd de vos voor het hof gedaagd, en na twee grandioze afleidingsmanoeuvres, waarbij de gezanten Bruun de beer en Tibeert de kater genadeloos het slachtoffer liet worden van hun eigen vraatzucht, lukt het Reinaerts neef Grimbeert de das eindelijk de verdachte voor het hek te krijgen. En dan komt Reinart pas echt goed in vorm. Op onnavolgbare wijze neemt hij wraak op zijn vijanden, en nog wel het meest op de koning zelf. ‘Van den vos Reynaerde’: het eerste absolute meesterwerk van de Nederlandse literatuur. Scherp, hilarisch, in een superieure stijl geschreven, en als meedogenloze satire ook vandaag nog hyperactueel. Goethe was verbaasd over de ouderdom én actualiteit van het verhaal: “Vor Jahrhunderten hätte ein Dichter dieses gesungen? Wie ist das möglich? Der Stoff ist ja von gestern und heut.” Je zou kunnen zeggen dat ‘Willem die Madoc makede’ het zelfs langer heeft volgehouden dan Goethe zelf. Charlie May treedt op met een sprankelende rapversie van het verhaal.