20 Augustus Maandag. Reeds met de bus van 1/2 10 met Os naar het strand en op het stille paviljoentje buiten gezeten. Stil nazomerweer met af en toe omsluierde zon. IJmuider trolder vlak onder de kust, met twee masten, rollende zuidwaarts met zwerm meeuwen er steeds omheen. In de verte [Lees meer…]
Natuurblog van Nescio 5 juli 1953
Natuurdagboek van Nescio 13 juni 1950
13 Juni Dinsdag. Eerst door Zierikzee geloopen, langs stadhuis, bij den apotheker G. A. Gasille (met koperen dovemanshoorn) norit gekocht en z’n antiek gezien (koper, meubels, kommen en schalen). [Lees meer…]
Natuurdagboek van Nescio 22 mei 1953
22 Mei Dinsdagochtend. ’s Morgens om 6 uur tooverachtig weer, ochtendzon en nauweliks zichtbare goudachtige nevel. Met Os trein 10.27 C.S. naar Deventer. Toen wij op het C.S. in den trein zaten stortregende het, maar kort. Verder grijs zomerweer, ietwat dampig. Bloeiende brem langs de lijn. Het meertje op de Veluwe, maar geen visschers. Twello en het IJsselland. Vóór twaalven in Deventer. Overal bloeiende kastanjes (Brink!), seringen, rooie en witte meidoorn, goue en blauwe regen. ’s Middags onweer, daarna weer heerlijk zomerweer.
Natuurdagboek van Nescio 15 mei 1950
Maandag 15 Mei. Trein 9 uur 39 van M.P. naar Eindhoven. ’s Middags ½ 4 door met trein naar Venlo en bus naar Arcen. Daar aangekomen om ½ 6. [Lees meer…]
Natuurdagboek van Nescio 1 mei 1946
1 mei Woensdag. Per fiets naar Acht via den Oirschotschen dijk. Best. Daar kopje koffie gedronken. Vandaar naar Oirschot (broodje met ham aan ‘de Zwaan’). Terug over [Lees meer…]
Natuurdagboek van Nescio 20 april 1953
20 April Maandag. Trein 9.47 naar Alkmaar (overstappen in Uitgeest) en bus van 11 uur naar Bergen. De bus reed door Bergen de oude dorpsstraat (langs het kerkje met het vijvertje in de diepte). Wolkelooze hemel, warme zon, zeer koele wind. In Bergen om de kerk en ruïne geloopen en kopje koffie in de Rustende Jager, opzij van het hotel in de zon. 3 strepen zon, verticaal, op de ruïne. Dorpsch, heel anders dan ’s zomers. Bus tien voor half twaalf naar Groet (Carpe diem) en even op het kampeerterrein gekeken. Ook daar, met het ijle groen, alles heel anders. Het tijdlooze kerkje. Naar van Geel (bij trap op hem gewacht) en gewandeld naar de van der Veeren en om ruim 3 uur bij Louter op de bus. De zon door het jonge groen (beste moment van den dag). In den trein: de slooten die in de Zaanstreek het land inloopen, naar de duinen toe, breede en smalle en kromme ook, vol zilver. Telkens springt er weer een sloot in ’t zilver. ’t Leek daar toen wel meest water, nooit zoo gezien. De Hembrug. ½ 6 thuis. Door de groote helderheid leken de fabrieken van Velzen overal dichtbij.
Natuurdagboek van Nescio 11 april 1952
11 April Vrijdagochtend. ‘Goede Vrijdag’. Wolkenlooze zomer. Bus 9.43 Loenersloot (Abcou, Baambrugge, Vreeland, Kortenhoef, ’s Graveland, Hilversum). Kudden lammetjes, wouden forsytsia’s, onafzienbare weiden met speenkruid, bijen. Een atalanta vlinder vloog de Linnaeushof uit toen ik binnen kwam. Hier en daar een tulp (zeer rood) en hyacinthen. Paarse boompjes. De hooge berg tusschen de beuken in ’s Graveland (een beetje diep in, waar de beuken iets uit elkaar stonden, een mooi moment). In eens laag Baambrugge, heel lief in de verte (over de bocht) met dat kleine torentje en rooie daakjes. De enkele toren van Kortenhoef over het struikgewas (terugkomend), de ‘geest’ in de eenzamheid. De lange rij populieren van Loosdrecht. Kortenhoef over de zonnige en rimpelende plas (terugkomend). De cathedraal van Vinkeveen. Waarom niet altijd zoo?
Al die kleine groene blaadjes.
Voor het eerst buiten m’n kopje koffie gedronken (in Hilversum).
Natuurdagboek van Nescio, 2 april 1955
Zaterdagochtend 2 April. Wegens de tramstaking gelift met Os naar het stationnetje Muiderpoort en met de trein van 10.22 (uit Rotterdam) naar het C.S. Zonnig, zacht weer. Prettig weer eens langs het front van Amsterdam te rijden. Naar de ‘boekenmarkt’ in de Bijenkorf. Trein 12.02 (naar Hilversum) terug naar M.P. en naar huis geloopen.
Pleziertrein naar Nijmegen
Lang na Titaantjes bracht Nescio nog Boven het dal uit, als een soort literair testament. Een van de erfstukken is Pleziertrein. Nescio, die toen nog Frits Grönloh heette, was veertien, toen de pleziertrein naar Nijmegen reed. “Lang nadat die dag niet meer komen moest, hingen hier en daar nog die blauwe biljetten. De zoete, pijnlijke, onbegrepen weemoed dat ‘t voorbij was…”