Maandag 27 Maart. Op de fiets van Abcou naar Weesp over Nederhorst den Berg. Eerst m’n achterband laten plakken achter de kerk hier, daar was ‘t zoo stil en zonnig en warm en een groen waas over de struiken van den kerktuin. Trein 8.54 M.P. Aan de Vink even buiten gezeten, maar wind nog te koud. in Nigteveen ‘t steegje in en overgevaren. Eerst moeten wachten op ‘t schuitje, op het steigertje gezeten en gekeken naar de zon op het water en de torens van Nederhorst den Berg. Een vrouw kwam en zei ‘Hij moet die jurk meebrengen’ en toen eindelijk aan den overkant de oue man verscheen riep ze tegen hem en toen heefti die jurk meegebracht. De oue met z’n baard wordt dit jaar 79 en z’n roodharige dochter is al 13 jaar getrouwd met den doodgraver van Weespercarspel die ook aanplakt voor de gemeente en zoo. De oue zei ‘Ik heb u in geen eeuwen gezien’. Kopje koffie in Nederhorst den Berg. Geen mens in de gelagkamer, eerst zitten luisteren naar zingen door de radio, Latijn, Diepenbroeck, en toen eindelijk de buffetschel gevonden. Langs de Vecht tot Uitermeer en langs de groote weg naar Weesp. Trein 1 uur 34 naar M.P.
Schitterend zonnig, maar toch horizon nog ietwat heiig, toren van Hilversum aan de Vecht maar nauwelijks te zien. Moerasje met dodders bij het Gein.
Natuurdagboek van Nescio: 24 maart 1950
Vrijdag 24 Maart. Weer een zilveren late namiddag bij het Amstel Hotel, +/- 6 uur. Zon iets meer rechts, op de brug. Sarphatikade in de zon. Prachtige merel in den tuin van het Amstelhotel en bloeiende struiken Chineesche klokjes, waarvan takken schommelden in de wind.
Van de week op een ochtend in het Vondelpark gedacht toen ik een tak van een treurwilg (of goudwilg) heen en weer zag gaan: nu zal ergens in Zuid Limburg ook zoo’n tak hangen te waaien, wonderlijke gedachte die me ontroerde.