Goed beschouwd is Im Labyrinth des Schweigens nog veel enger, gruwelijker en confronterender dan Son of Saul. Zou je die laatste nog als de beschrijving van een weerzinwekkende, maar geïsoleerde onderafdeling van de hel kunnen zien, in Labyrinth is heel naooorlogs Duitsland een hel, bevolkt door nazi’s, waarschijnlijke nazi’s, vermoedelijke nazi’s en kinderen van nazi’s. Het is 1958. Nadat de geallieerden meteen na de oorlog in Neurenberg hebben afgerekend met de driehonderd hoofdbazen, lopen duizenden van hun ondergeschikten, maar daarom niet minder schuldigen, vrij rond. Ze zijn broodbakker, politieagent of schoolmeester. Hun verweer is klassiek: [Lees meer…]
Verbruikte mens
Als iets Son of Saul van andere Holocaust-films onderscheidt, dan is dat het volkomen gebrek aan romantiek. In La vita è bella is het kampleven één groot feest. Schindler’s List is een loflied op de heldhaftige mensenredder. In De pianist klinkt Chopin door de ruïnes van het kapotgeschoten ghetto. In Son of Saul zien we alleen nog de naakte, kille, rauwe realiteit. Waar Primo Levi in het gedicht Buna nog een ‘vermoeide makker’ aanspreekt, zijn ‘geestkracht tot brekens toe getart’, is het in Son of Saul ieder voor zich. Als een Sonderkommando [Lees meer…]