De Engelse Koning Richard III komt er in het toneelstuk van Shakespeare niet best vanaf: een gebochelde bruut die macht greep door de zoontjes van zijn overleden broer, koning Edward IV, te vermoorden. Na zijn dood op het slagveld had Richard geen troonopvolgers, en ging de kroon over naar het huis Tudor (van onder meer Hendrik VIII). De Tudors hadden er alle belang bij Richard in een kwaad daglicht te stellen, om zo hun claims op het koningsschap te legimiteren. Zo zou het lijk van de vervloekte Richard in het water zijn gegooid, omdat zo’n schoft geen fatsoenlijke begrafenis verdiende. Intussen is Richard door de geschiedschrijving behoorlijk gerehabiliteerd, maar van zijn beroerde imago komt hij niet meer af. Niet op waarde geschat worden, dat komt de veertiger Philippa maar al te bekend voor. Zij wordt [Lees meer…]