Tsjip van Willem Elsschot gaat over Jan, eerste kleinzoon van hoofdpersoon Frans Laarmans, in wie zonder enige moeite Willem Elsschot zelf te herkennen valt, of eigenlijk natuurlijk Alfons de Ridder, want Willem Elsschot was ook maar een pseudoniem. Jan is het kind van dochter Adele en haar Poolse echtgenoot Bennek, die zich al snel na Jans geboorte ontpopt als een heerszuchtige, traditionele huistiran. Het paar gaat scheiden, Adele keert terug uit Polen en er wordt een omgangsregeling getroffen, die door vader Bennek al gauw wordt geschonden: Jan blijft in Polen en daarmee uit. Uiteindelijk lukt het Laarmans het kind naar huis te krijgen. In Achter de schermen, een intermezzo tussen Tsjip en het vervolg De leeuwentemmer, beschrijft Elsschot hoe de kennismaking met zijn kleinzoon verliep.
“Zo staan wij dan tegenover elkander. [Lees meer…]
Grote ontzetting
Er zijn weinig schrijvers bij wie fictie en realiteit zo nauw verweven zijn als bij Willem Elsschot. Omdat hij naar eigen zeggen totaal geen fantasie had, zat er niets anders op dan de stof voor zijn verhalen uit zijn dagelijkse omgeving te halen. Het meest onverhuld gebeurt dit in Tsjip/De leeuwentemmer uit 1934, waarin hij de verkering en het huwelijk van zijn dochter Adele met de Pool Bennek beschrijft, gevolgd door de geboorte van zijn kleinzoon Jan (‘Tsjip’ c.q. ‘De leeuwentemmer’), de scheiding van Adele en Bennek en de strijd tussen de ex-echtgenoten om hun zoontje. In Elsschot, leven en werken van Alfons de Ridder van Vic van de Reijdt lezen we hoe dicht Elsschot bij de werkelijkheid van het gezin De Ridder blijft, tot aan de namen toe. Hij is zich bewust van het ongepaste van deze praktijk: ‘Het gaat immers niet aan, voor iemand die vrouw [Lees meer…]